Hermetisch principe: Mentalisme – Alles is Geest
Alles begint in bewustzijn. Niet als spirituele slogan, maar als diepgaand principe: vóór elke gedachte, handeling of emotie is er iets dat waarneemt. Dat ziet, stil is, onaangetast. In de Hermetica heet dat Mentalisme: alles is Geest. Niet als ‘geest’ tegenover ‘lichaam’, maar als scheppend veld. Alles wat je ervaart, vindt zijn oorsprong in hoe je bewustzijn gevormd is door ervaring, overtuiging, verlangen, bescherming en waarheid. De wereld die jij beleeft, komt voort uit wat je gelooft, meestal zonder dat je dat weet.
Essentie is de beweging terug naar die oorsprong. Naar het moment vóór je reageert, waarin je je af kunt vragen: Wat geloof ik eigenlijk dat waar is? Niet wat je vindt of zegt, maar wat onder je gedrag leeft als stille grondtoon. Als trilling die je keuzes stuurt. Je hoeft hier niet te perse te beginnen, je kunt op elke laag van het model instappen. Maar waar je ook start, vroeg of laat kom je hier langs. Omdat alles wat je doet, denkt of voelt, geworteld is in wat je gelooft. Niet als schuld maar als bedding. Omdat alles wat je doet, denkt of voelt, vorm krijgt vanuit jouw diepste overtuigingen. Niet als aanklacht, maar als oorsprong.
Gedrag is vaak een herhaling van iets dat je ooit leerde geloven. 'Als ik hard werk, ben ik waardevol.' 'Als ik me aanpas, word ik geliefd.' 'Als ik controle houd, ben ik veilig.' 'Als ik niks voel, ben ik sterk.' Die overtuigingen klinken logisch,
je leeft ze tenslotte al jaren. Maar ze zijn niet perse waar. En zolang ze onbewust blijven, blijf je ze herhalen. Je verandert gedrag, maar niet de bodem waaruit het voortkomt. Je zegt ‘nee’, maar voelt je schuldig. Je trekt een grens, maar denkt dat je moeilijk doet. Je leeft vrij, maar zoekt alsnog bevestiging. Je denkt dat je kiest maar eigenlijk geloof je nog steeds dat je moet voldoen.
Neem de 'pleaser'. Niet als persoonlijkheid, maar als trilling. De reflex om te zorgen, te sussen, te glimlachen. Niet uit liefde, maar uit de diepgewortelde overtuiging dat vrede bewaren je bestaansrecht garandeert. Dat je pas veilig of geliefd bent als jij degene bent die het licht aan laat voor de ander. En zolang dat geloof in de onderstroom blijft liggen, blijf je geven wat je eigenlijk hoopt te ontvangen. Dat is geen fout, het was ooit noodzakelijk. Maar nu ben jij vrijer dan je was.
Deze laag vraagt geen analyse, geen fix, geen prestatie. Alleen vertraging. Aandacht. Aanwezigheid. De bereidheid om waar te nemen wat er geloofd wordt. Niet in je hoofd, maar in je systeem. In je keuzes, je automatismen, je ja’s waar je nee bedoelde. In het stemmetje dat zegt dat je je moet bewijzen. In de onrust die je voelt als je niets doet. In het verlangen naar rust en de moeite om het toe te laten.
Mentalisme zegt: alles ontstaat in Geest. Deze laag zegt: kijk naar de bril waarmee je kijkt. Of eigenlijk, wie of wat blijft erover als je je bril afzet. Niet omdat je fout kijkt, maar omdat je die bril misschien nooit bewust gekozen hebt. Je hoeft hem niet weg te gooien. Alleen herkennen dat je hem draagt. En dat je ook zonder zou kunnen.
Dat is waar deze laag over gaat: niet over wat je doet, maar over waar je vanuit leeft. Geen actie, maar helderheid. Geen oplossing, maar ruimte. Je bént niet je gedachte. Je bént degene die haar opmerkt. Wat je herkent, kun je loslaten. Wat je waarneemt, kun je kiezen. En wat je kiest, gaat opnieuw trillen in alles wat je aanraakt.
Kernvragen:
1. Wat geloof ik dat waar is?
(De hoofdvraag – gericht op de oorsprong van perceptie en handelen.)
2. Wat stuurt mijn keuzes onder de oppervlakte, zonder dat ik het bewust doorheb?
(Een vraag die uitnodigt om het onzichtbare fundament van gedrag te bevragen.)
3. Wie in mij kijkt, denkt of kiest – en vanuit welk geloof doet die dat?
(Een vraag die je terugbrengt naar de waarnemer zelf, voorbij identificatie.)