Waarom Schaalbare Contextualisatie?
Niets bestaat los van zijn of haar context. Zelfs iets ogenschijnlijk vanzelfsprekends als het menselijk lichaam, een hoofd, een romp, armen, benen, krijgt pas betekenis in relatie tot onze planeet; Moeder Aarde. Zonder zwaartekracht, zonder zuurstof, zonder richtingen zoals ‘boven’ of ‘beneden’, zouden we dan nog dezelfde vorm aannemen? Zouden we zelfs nog lichaam zijn?
Schaalbare Contextualisatie is ontstaan vanuit het besef dat vorm, gedrag, waarneming en betekenis altijd ingebed zijn in een groter netwerk van relaties. En dat die 'context' natuurkundig, geometrisch, spiritueel of kosmisch, voortdurend meebeweegt. Misschien zijn we niet slechts het gevolg van biologische processen, maar van een diepere ordening: sacrale geometrieën, cycli, velden van bewustzijn die vorm kaderen en richting geven aan bestaan.
Dit model nodigt uit om elk verschijnsel te benaderen als contextueel gevolg. Het herinnert eraan dat perspectief altijd plaats- en schaalgebonden is. Echte verandering ligt zelden in het ‘ding’ zelf, maar in de schaal waarop je kijkt en de bredere samenhang waarin je het plaatst.
In zeven lagen ontvouwt zich een beweging: van waarneming naar verschuiving, van reactie naar creatie, van fragment naar veld. Toepasbaar in coaching, systeemwerk, onderwijs, leiderschap, veldwerk, ecologie en elke vorm van bewuste interactie.
Werkmodel
Laag | Hermetisch Principe | Kernbeweging | Kernvraag |
---|---|---|---|
1. Essentie / Oorsprong | Mentalisme – Alles is Geest | Observeren vóór het denken | Wat geloof ik dat waar is? |
2. Symbolisch / Betekenisgeving | Correspondentie – Zo binnen, zo buiten | De wereld als spiegel | Wat probeert dit patroon mij te vertellen? |
3. Structureel / Omgeving & Routines | Vibratie – Alles beweegt | Ritme en resonantie in dagelijkse gewoontes | Welke structuren versterken of verzwakken mijn levendigheid? |
4. Relationeel / Spiegeling & Interactie | Polarisatie – Alles kent zijn tegenpool | Triggers, aantrekking en projectie | Waar bots ik, en wat zegt dat over mij? |
5. Fysiek / Lichaam | Ritme – Alles volgt golfbeweging | Lichamelijke waarheidsvelden | Wat zegt mijn lichaam vandaag? |
6. Denken / Gedachtevorming | Oorzaak & Gevolg – Elke uitkomst heeft een oorsprong | Herkennen van herdenkingen | Welke gedachte ligt ten grondslag aan mijn keuzes? |
7. Emotioneel / Gevoelswereld | Geslacht – Creatieve polariteit | Toestemming tot voelen = creatie | Wat voel ik werkelijk? |
Cyclisch werkprincipe
-
Geen vast startpunt: begeleiders en deelnemers kunnen instappen op elke laag
-
Elke laag is een ingang én reflectiepunt naar andere lagen
-
Het model beweegt in een spiraalvorm of torus: verdieping ontstaat via terugkoppeling en herhaling
Toepassing per laag
1. Essentie / Oorsprong
Doel: Inzicht in onderliggende overtuigingen die gedrag, keuzes en gevoel aansturen.
Werkvormen: Stilte-intro, journaling, overtuigingenschema, innerlijke stemverkenning
Begeleidershouding: Radicale open ruimte. Geen diagnose, alleen reflectie.
2. Symbolisch / Betekenisgeving
Doel: Herkennen van terugkerende thema’s en projecties als richtingaanwijzers.
Werkvormen: Droomreflectie, film/beeld-associatie, metafoor-oefeningen, creatieve expressie
Begeleidershouding: Vertraging uitnodigen. Voelen vóór begrijpen.
3. Structureel / Omgeving & Routines
Doel: Zicht krijgen op dagelijkse trilling en bewuste ritmeopbouw.
Werkvormen: Gewoonte-tracker, energiekaart van de dag, ruimtebevraging
Begeleidershouding: Praktisch spiegelen. Zelfzorg als structuur.
4. Relationeel / Spiegeling & Interactie
Doel: Interpersoonlijke patronen herkennen als innerlijke polariteiten.
Werkvormen: Relatiecirkel, projecties herkennen, ‘de ander als poort’
Begeleidershouding: Spiegelend, niet sturend. Relaties als oefenveld.
5. Fysiek / Lichaam
Doel: Contact herstellen met fysieke signalen, ritmes en cycli.
Werkvormen: Lichaamscan, cyclusbewustzijn, adem- en spanningsverkenning
Begeleidershouding: Lijfgericht, traag, niet-veroordelend. Het lichaam als waarheid.
6. Denken / Gedachtevorming
Doel: Overtuigingen en gedachtepatronen bewust maken en bevragen.
Werkvormen: Thought inquiry, overtuigingentabel, ‘stemmen in mijn hoofd’
Begeleidershouding: Heldere spiegel. Geen correctie, maar uitnodiging tot keuzevrijheid.
7. Emotioneel / Gevoelswereld
Doel: Gevoel als richting en creatieve kracht erkennen.
Werkvormen: Emotiedagboek, vrije expressie, traan- of woedekamer
Begeleidershouding: Zacht én stevig. Gevoelens krijgen bestaansrecht zonder fixatie.
Gebruik in begeleiding
-
Intake of instap via open vraag (“Wat speelt er nu?”) → herkennen in laag → doorgang naar andere lagen
-
Cyclisch begeleiden: telkens terug naar essentie, via ervaring naar bewustzijn, via bewustzijn naar keuze
-
Werkt zowel 1-op-1 als in groepen, rituelen, retraites, coaching, therapie, onderricht
-
Bij kinderen: Start vanuit spel, verhaal of gevoel → begeleider spiegelt en beweegt mee in laagbewustzijn
Visie
Bewustzijn krijgt pas richting wanneer het ritme ontmoet. SC is geen model om toe te passen op anderen, maar een veld om samen in te bewegen. De begeleider is geen gids met antwoorden, maar een ruimtehouder voor waarheid in wording.
Je begeleidt niet vanuit het model — je bént het veld dat dit model verbeeldt.