Hermetisch principe: Ritme – Alles kent een natuurlijke beweging


Je lichaam liegt niet. Het heeft geen dubbele agenda. Het doet niet aan politiek. Het reageert direct. Soms met spanning. Soms met vermoeidheid. Soms met onrust, honger, hoofdpijn, trillingen, tranen, kippenvel. En meestal ben je al verder gegaan voordat je goed en wel hebt gevoeld wat er eigenlijk aan de hand is.

We leven in een wereld waarin het hoofd vaak leidend is. Denken komt op één, functioneren op twee en voelen mag daarna misschien nog meedoen. Als er tijd over is. Deze laag draait het om. Niet om je hoofd buiten spel te zetten, maar om te erkennen dat je lijf een richtingaanwijzer is. Misschien zelfs je meest eerlijke kompas.

Het Hermetische principe van Ritme zegt: alles beweegt in golven. In opbouw en afbouw. In actie en rust. Je lichaam leeft op dat ritme. Het ademt, verteert, spant aan, ontspant. En wanneer je je eigen ritme negeert omdat je door wilt, moet, vindt dat het nu even niet uitkomt, dan komt je lichaam alsnog om aandacht vragen. Soms zacht. Soms scherp. Maar altijd duidelijk, als je bereidt bent te luisteren.

Deze laag vraagt dus geen oplossing, maar aanwezigheid. Kun je opmerken wat je voelt, zonder er meteen iets van te vinden? Kun je je hoofd niet als vijand zien, maar als helper die het soms even niet beter weet? Kun je voelen wat je lijf zegt en daar iets mee doen vóórdat het hoeft te schreeuwen?

Dat luisteren stopt niet bij je emoties. Het gaat ook over hoe je beweegt, wat je eet, hoe je slaapt. Over of je lijf nog meekomt met het tempo dat je jezelf oplegt. Of de voeding die je tot je neemt je werkelijk voedt of alleen vult. Of de manier waarop je traint, eet of rust nog klopt met de fase waarin je zit. Soms denkt je hoofd dat het ‘goed bezig’ is, terwijl je lijf allang signalen afgeeft. De vraag is dan niet wat het plan was, maar wat het lichaam zegt.

Het hoeft niet groots. Soms is het genoeg om even stil te staan als je merkt dat je schouders strak staan. Om pauze te nemen als je merkt dat je alleen nog op wilskracht loopt. Om even naar buiten te lopen, omdat je benen al een uur wiebelen. Om te eten als je honger hebt, en niet pas als je ‘klaar bent’. Kleine signalen. Kleine keuzes. Maar ze veranderen alles omdat ze je terugbrengen in het nu. In je lijf. In jezelf.

Je hoeft je lichaam niet te beheersen. Je hoeft er ook niet ‘naar te luisteren’ alsof het iets buiten jou is. Je bént je lichaam. Het is niet een voertuig dat jou moet dragen. Het is jij, in trilling, in vorm. En het weet vaak eerder dan jij of
er wel of niet iets klopt.

Hoe je lichaam zich voelt, vertelt je veel over de rest van je veld. Over je grenzen. Je energie. Je afstemming. Als je daar op leert te letten, hoef je veel minder te compenseren met je hoofd. Of met discipline. Of met uitstellen. Of met doorduwen.

Je lichaam werkt niet tegen je. Het werkt met je. Als je bereid bent te vertragen, komt er iets terug; helderheid, ruimte, kracht. Niet omdat je iets oplost, maar omdat je eindelijk weer met jezelf beweegt. In plaats van eroverheen.


Kernvragen:

1. Wat probeert mijn lichaam me op dit moment te vertellen?
(De hoofdvraag – een directe uitnodiging om contact te maken met wat voelbaar is.)

2. Waar voel ik spanning, vermoeidheid of signalen die ik geneigd ben te negeren?
(Een vraag die helpt vertragen en herkennen wat onderdrukt wordt.)

3. Welke gewoonte voelt ‘normaal’, maar klopt eigenlijk niet meer voor mijn lijf?
(Een vraag die oude ritmes op scherp zet — zonder oordeel.)